Als een kaars in de zomerwind
Wie momenteel over Koningsakker wandelt, kan haar nauwelijks missen: de Koningskaars, die als een vurige wachter oprijst uit de velden en rondom het ontvangsthuis. Met haar hoge stengel, zachtgrijze bladeren en heldergele bloemen is ze een verschijning die je even stil laat staan.
Ze verschijnt waar de bodem tot rust mocht komen, waar ruimte ontstond. Soms alleen, soms in groepjes maar altijd rechtop, altijd reikend naar het licht. In stilte markeert ze overgangen: van voorjaar naar zomer, van leegte naar leven. In haar aanwezigheid schuilt iets symbolisch. Alsof ze niet zomaar bloeit, maar iets aangeeft. Iets bewaakt.
Hoe toepasselijk is haar naam op een plek als deze. Koningskaars op Koningsakker. Een plant die kaars heet, op een plek waar mensen worden herdacht en losgelaten. Een natuurlijke ‘kaars’ die niet is aangestoken door een mensenhand, maar door natuur, tijd en licht.
De Koningskaars (Verbascum thapsus) leeft twee jaar. In het eerste jaar nestelt ze zich laag bij de grond, met een rozet van zachte, zilvergrijze bladeren. In het tweede jaar richt ze zich op, groeit tot wel twee meter hoog en opent bloem na bloem, van onder naar boven. Geduldig. Als een kaars die langzaam opbrandt, en bij elke bloei iets van haar licht uitdeelt.
Wist je dat…
- bijen en hommels dol zijn op haar nectar?
- de gedroogde stengel vroeger werd gebruikt als fakkel? Vandaar de bijnaam toortsplant.
- haar zachte bladeren vroeger gebruikt werden als verband of om wonden te verzachten?
- ze vaak opduikt waar de natuur opnieuw mag beginnen? Ze is een pionier, een teken van herstel.
Sommigen noemen haar een wachter, anderen een lichtdrager. Hoe je haar ook bekijkt: ze nodigt uit tot vertraging. Even stilstaan. Even kijken. Even verwonderd zijn.
Zoals de Koningskaars bloeit in stilte en kracht, zo blijft liefde bestaan, niet als iets dat verdwijnt, maar als licht dat steeds weer zichtbaar wordt, juist op onverwachte momenten.
Geplaatst in Natuur