Paarse penseelstreken op het Zomerveld
Ze staan daar, alsof ze het altijd zo bedoeld hadden. In het midden van het Zomerveld, tussen het bloemrijk grasland dat nog aarzelend zijn plek zoekt, steken ze hun kopjes omhoog, de paarse lupine. Niet geplant, niet gepland. Waarschijnlijk ooit meegekomen in een boeket, neergelegd op een natuurgraf bij een uitvaart. Een gebaar van liefde, een afscheid, een laatste groet. En toen… een zaadje. Of twee. De rest ging vanzelf.
Nu kleuren ze het zomerveld als een levend schilderij. Penseelstreken van paars tegen het groen, onder een lucht die nooit hetzelfde is.
Paars is een bijzondere kleur. Ze draagt iets mystieks. Ze verbindt aarde en hemel. In de rouw symboliseert ze transformatie: het loslaten van wat was, het openen naar wat komt. Misschien is het daarom dat deze bloemen juist hier zo raken. Ze horen niet thuis op deze bodem en toch bloeien ze, uitbundig, bijna trots. Alsof ze even iets mogen zeggen dat woorden niet kunnen.
Maar Koningsakker verandert langzaam maar zeker meer naar haar eigen natuur. De schapen voorkomen vergrassing en bij machinaal maaien wordt het maaisel afgevoerd, daardoor wordt de bodem schraler en zo minder geschikt voor uitbundige exoten als de Lupine, juist beter voor wat hier van oudsher groeit: margrieten, kleine ratelaar, veldsalie, vogelwikke.
De Lupines zullen op Koningsakker verdwijnen. Niet abrupt, niet met dwang maar vanzelf, als het moment daar is. Zoals alles hier mag gaan in het eigen ritme.
Tot die tijd staan ze daar, paars en prachtig. Getuigen van een tussenfase. Van afscheid, maar ook van hoop. Van hoe iets dat niet thuis is, toch een tijdlang schoonheid kan brengen. En hoe zelfs vergankelijkheid een plek mag hebben.
Foto’s: Vrijwilliger Caecilia
Geplaatst in Natuur